Alweer de vijfde uitleg, de tijd vliegt. Dit is het laatste vlakje van de vijf, volgende keer leg ik uit hoe ik de afwerking heb gedaan.
Voor de ondergrond heb ik een getwiste draad genomen en omdat ik alleen groen te hard vond heb ik er een beetje oranje door getwist. De twist is 2,5/1, dat betekent dat je aan beide kanten 1 volle draad groen hebt en ¼ oranje draad.
Begin in het midden van het vlak en leg je draad parallel aan de onderkant van het vlakje. Borduur eerst de ene helft en dan de andere. Je hebt geen short-stitch-holding nodig, het vlasblad (flaxleave) motief houdt alles op zijn plaats. Ook hier heb ik een lijn gespannen 1 mm. van de randen, omdat ik dacht dat ik de ruimte nodig had, maar als je net aan de binnenkant van de lijn borduurt, hou je voldoende ruimte voor je sierdraad.
Nu kunnen we beginnen met de flaxleave. Ik heb dit gedaan met oranje, 1/1 T. Je mag deze draad stevig twisten.
Alle lijnen staan 7 mm. uit elkaar. De eerste rij lijnen staan vertikaal op de ondergrond, in een hoek van 90°.
De tweede en derde rij lijnen komen in een hoek van 30° Gebruik hiervoor je driehoek met de scherpe hoek. Leg eerst één naar links en daarna één naar rechts, het snijpunt komt op een verticale lijn. Vul het vlak verder in, ook weer 7 mm. uit elkaar.
Nu ga je in de richting van de ondergrond alle kruisingen vastzetten, met oranje, 1/2 T. ( Ik heb het zelf met een te dikke draad gedaan)
De ondergrond bestaat nu uit driehoekjes en is klaar voor de rest van het motief. Kijk goed naar de foto’s. Kom bij A boven, ga bij B naar beneden en kom dan bij C weer boven. De lus die tussen A en B is ontstaan moet worden vastgezet. Daarvoor ga je met je naald over de lus en steek je in het midden van het driehoekje naar beneden. Als je nu voorzichtig aantrekt ontstaan er 3 lijnen in je driehoek. Op deze manier vul je alle driehoekjes.
Zoals je misschien ziet heb ik teveel ruimte overgelaten aan de buitenlijn. Zorg dat je de ondergrond ver genoeg door borduurt, 1/2 mm. van de rand is genoeg.
0 reacties